Aan het begin van het nieuwe jaar heb je altijd een moment van lijstjes, compilaties en hoogtepunten. Of je het nou wilt of niet, bewust of onwillekeurig, met weemoed of juist vol enthousiasme; Terugblikken op het vorige jaar zal je.
En zoals altijd wordt zo’n jaar bestempeld met krachttermen als ‘bewogen’, ‘enerverend’ of ‘veranderlijk’. Juist daarom is het ook wel eens fijn om een traditie of vaste waarde te kennen. Wat kan dat zijn?
Verandering
In de bierwereld is vernieuwing aan de orde van de dag. Nieuw gevestigde en omarmde stijlen als de Hazy Pale Ales (zoals de New England IPA), de (Contemporary) Gose en de non-alcoholische bieren zijn slechts het topje van de ijsberg. Het bierschap in menig supermarkt verandert langzaamaan in een jungle van stijlaftakkingen, collaboration brews en onbegrijpelijke terminologie.
Gelukkig is er altijd één bierstijl die nooit teleurstelt en nooit zal verdwijnen: de Tripel.
De traditioneel Belgische bierstijl wordt nog steeds het best gebrouwen in het land waar ze vandaan komt. Geen gekkigheid, geen hippe benamingen, geen kleurrijke labels, maar gewoon, goed en stevig bier. Het liefst met een wat vergeelde wikkel waarop een monnik of klooster prijkt. Heerlijk.
Stukje geschiedenis
De van oudsher hoogkwalitatieve brouwsels waren vroeger enkel weggelegd voor de rijkeren. De prijs van het bier werd namelijk gebaseerd op de dichtheid. Ook wel het stamwortgehalte geheten. Hoe dichter het wort, hoe meer smaakmakers en ook alcohol er in het bier schuilgingen.
Tegenwoordig worden de accijnzen van bier nog steeds op het stamwortgehalte gebaseerd, maar is het verboden het exacte gehalte op de labels te drukken. Dit is om verwarring over het daadwerkelijke alcoholpercentage te voorkomen. Toch vind je nog verwijzingen naar het stamwortgehalte op de meer traditionele bieren, zoals die van Rochefort (6-8-10) en Westvleteren (6-8-12).
De naam tripel komt dus niet van een brouwproces of de verhoudingen van de ingrediënten in het bier, maar is een indicatie van complexiteit, sterkte en prijs. En dat is onveranderd gebleven.
Smaakbommen
Niemand trekt een Tripel Karmeliet open en zal zeggen dat het geheel wat vlakjes smaakt. Niemand drinkt een Straffe Hendrik om te concluderen dat het best een beetje sterker had gekund. Niemand drinkt een avondlang goed doordrinkbare tripels zonder er eigenlijk nét eentje te veel te drinken.
Want tripels zijn vaak verraderlijk zwaar. De fruitige tonen van banaan, steenvruchten of specerijen zijn typisch voor de Belgische gisten, maar deze frisse smaken verbloemen een vaak sterk alcoholisch brouwsel. Hoewel tripels vaak uitnodigen om er veel én met hoog tempo te drinken, verdienen ze het om met aandacht te worden gedronken.
De complexiteit en elegantie komen het best tot hun recht als je slok voor slok blijft proeven. Neem een slok en denk terug aan een ‘bewogen’ 2018. Neem een slok en denk aan de enerverende momenten die je hebt geleefd. Neem een slok en proef de veranderlijke tijden. Maar bovenal: neem een slok en geniet van een tripel die perfect past bij het verleden, het heden en de toekomst.
Cheers!