De twee dames waren van het type, dat ik bij intimi zou omschrijven als, ‘Ingrid van Henk’. Kortpittig kapsel, een degelijke schoudertas met veel ritsjes voor extra opbergruimte, schoenen met een robuust voetbed dat tenminste wél ondersteuning biedt, je kent het wel. Ze waren in opperbest humeur, ofschoon wat onder de indruk van de ‘chique tent’ (niet mijn woorden) die ze zojuist binnen waren gewandeld. Het was duidelijk dat ze hier gekomen waren met één doel: een fijn avondje uit.
Welnu, dat kon ik ze bieden. Vol goede moed liep ik naar de tafel toe, klaar om deze dames eens flink in de watten te leggen. Maar nog voordat ik uitgesproken was, werd ik overvallen door een stortvloed aan vragen. Of we geen menukaart hadden, schonken we ook kraanwater, moesten ze betalen voor de amuse etc. etc. Ietwat beteuterd droop ik af om de menukaart en een karaf kraanwater te gaan halen, twee lege, ongebruikte wijnglazen met me meedragend.
Het bleek dat dit slechts de eerste vonk was van het vragenvuur dat me daarna aan de schenen gelegd werd. Na eerst een half uur de menukaart bestudeerd te hebben (er staan welgeteld 11 gerechten op) werd me duidelijk dat in ieder geval een van de dames absoluut geen zin had in verrassingen. Per gerecht werd mij gevraagd uit te leggen wat de bereidingen waren, welke ingrediënten erin zaten, of het mogelijk was de aardappel uit het ene gerecht te combineren met de schorseneer uit het andere, of het hoofdbestanddeel weggelaten kon worden, je kon het zo gek niet bedenken… Ik werd ondertussen met de minuut chagrijniger. Waarom ga je immers ergens uit eten als je eigenlijk gewoon zelf je gerechtjes wilt koken?
Uiteindelijk, kwam mevrouw tot een hoofdgerecht dat, met wat kleine aanpassingen hier en daar, redelijk naar haar zin was. De chef was niet heel gelukkig en ik nog minder, maar soit, zolang de dames maar een fijne avond hadden. Dat bleek uiteindelijk gelukkig ook zo te zijn. Beiden zaten te genieten van hun gerechtje en het kraanwater. Ik hoefde verder niets te doen, behalve aansluitend een kopje thee te brengen en, zo’n anderhalf uur later, ook de (niet zo hoge) rekening.
Boterhamzakje
Toen ik aan tafel kwam met het pinapparaat was de ‘ondervraagster’ druk bezig met graaien in haar tas. Daar haalde ze een plastic boterhamzakje uit vol met kleingeld. Terwijl ik met haar tafelgenote afrekende, begon zij op tafel stapeltjes te maken van de muntjes en de paar briefjes van 5 die in het zakje zaten. Zelfs de tafelgenoot leek het wat vreemd te vinden. Toen de dame al tellend onze vragende blikken zag, antwoordde ze: “Ja, ik doe altijd elke maand hetgeen dat ik overhoud van mijn geld in een doosje, zodat ik dan één keer per jaar echt goed uit eten kan.” Vervolgens telde ze weer rustig door.
De rest van de avond ben ik zo ontzettend boos geweest op mezelf. Wie was ik om te oordelen over de keuzes die iemand maakt of het bedrag dat iemand spendeert in een restaurant? Deze mevrouw heeft een jaar lang gespaard om bij mij te kunnen komen eten; natuurlijk wil ze er dan voor zorgen dat wat ze krijgt ook écht lekker is. Ik ben erg blij dat ze zo heeft genoten en een fijne avond heeft gehad. Voor mij was dit een goede les en eentje die ik voor mijzelf nog elke avond dat ik werk herhaal.