Burgerrups

Column - burgerrups

Ik wilde eigenlijk een stukje tikken over hoe leuk het is dat de horeca weer open mag en hoe blij ik ben dat iedereen weer bij ons komt eten en drinken. Dat ik dat nu niet ga doen, maakt die gevoelens niet minder waar, laat dat duidelijk zijn. Maar de twee mannen die ik vanochtend mocht aanschouwen bij ons in het restaurant lieten mij geen keus: mijn column moest aan beide heren gewijd worden.

Ik was zelf niet aan het werk, maar wel aanwezig op de zaak om de voorraad te tellen en de stocklijst in te vullen. Een van de meest favoriete taken van menig horecamedewerker, niet in de laatste plaats omdat je altijd wel iets vergeet. En dan dat gepriegel in Excel. Enfin, niet het onderwerp van deze column. Ik was dus aan het vechten met mijn Excel-sheet met een onmisbare kop koffie naast me, toen het gezelschap het restaurant binnenkwam. Een half uur voordat we überhaupt open zouden gaan.

Waar we, naar de huidige corona-maatregelen, een vrij duidelijk bordje bij de ingang hebben staan met de tekst ‘Please wait to be seated’, galoppeerden de twee heren met veel kabaal langs dat bordje, het restaurant in. Mijn collega was achterin de zaak bezig met de laatste voorbereidingen voor de lunch, dus ik wierp mezelf in hun weg om deze voortdenderende trein aan wapperende, grijze haren tegen te houden. Nog voordat ik iets kon vragen werd ik, onder begeleiding van drie hete aardappelen in de keel, verwittigd dat de heren gereserveerd hadden en hun tafel gewezen wilden worden.

Kekke polo’tjes

Gelukkig nam mijn collega het daarna over, want wat ik in het uur daarna aanschouwd heb deed me nog het meest denken aan een comedy sketch. Ik zou moeite gehad hebben om met een uitgestreken gezicht aan tafel te komen staan zoals zij dat deed. Omdat de heren zo vroeg waren, was het restaurant verder leeg en kon ik alles woordelijk verstaan. Haalt u zich even het volgende plaatje voor de geest: achterovergekamde lange haren, een klein rond brilletje op de punt van de neus, tevens puntige schoenen, kek polo’tje aan en een accent als dat van De Vliegende Panters die een stel koorballen nadoen.

Het onderwerp van het gesprek waren de horeca-etablissementen die de heren samen hadden gefrequenteerd tijdens hun jarenlange kameraadschap. Zo was er ooit een reisje geweest naar Parijs. Ze herinnerden zich beiden dat ze in de trein tegenover een groep heren hadden gezeten die blijkbaar nogal luidruchtig waren geweest. Deze ‘blaaskaken’ hadden zich de hoon van de twee heren op de hals gehaald door het te wagen een ‘lichte broek met blauwe puntschoenen’ aan te trekken en luid te telefoneren. De conclusie was dat mijn beide gasten zich schaamden dat ze tot hetzelfde clubje behoorden, waarbij ik aanneem dat het hier om de herensociëteit ging. Vervolgens ging de mobiele telefoon van een van beide af op een volume alsof het hele restaurant op de hoogte gesteld moest worden en werd op eenzelfde volume het telefoongesprek met Evert-Jan afgehandeld. Hoe hard zal dat telefoongesprek in de trein wel niet geweest zijn, vroeg ik mij af.

Vrouwen als objecten

Wat zij zich verder vooral nog herinnerden van de reis was het ‘lekkere wijf’ dat hen bediend had in het eerste restaurant, het ‘heerlijke mokkel’ dat een lekker kopje espresso had gebracht en de ‘blonde stoot’ in de hotelbar. De bijvoeglijke naamwoorden werden onder luid gesmak naar buiten gespuwd en begeleid door genoeglijk gegniffel. Mijn vrouwelijke nekharen gingen recht overeind staan. Het hielp me om te bedenken dat ze thuis waarschijnlijk een hoogblonde, zonnebankgebruinde vrouw met parelmoer gelakte, opgespoten lippen hadden zitten die hen opdroeg de randjes van het gazon met een schaartje bij te knippen.

Zo heb ik mij een uur of wat vermaakt terwijl achtereenvolgens de genuttigde vino’s, de gehaalde snelheden in de sportwagens en alle belangrijke connecties in hun extensieve netwerk de revue passeerden. Daarna rekenden de heren, ietwat beschonken, af om de burgerrups te pakken naar huis. Superbièn.

Noreen Kaland is sommelier en assistent-manager in de horeca. 
Ze schrijft over de twee dingen binnen het mooie horecavak die zij het leukst vindt: de gasten en wijn.

Delen

Meer verhalen

Pint Maarten

Op vrijdag 11 november vieren wij Pint Maarten, een initiatief van De Horecaburgemeester om het feest (en de optocht) van Sint Maarten op die dag

Utrecht nacht

Daar ben je weer, stad

Daar ben je weer… Terug van weggeweest. Waar was je al die tijd?Onze Domtoren ging al in quarantaine, ingepakt en wel. Dacht je: wat hij

Lieve horeca,

De horeca. Je kunt er eigenlijk nooit écht afscheid van nemen. Noreen Kaland schrijft in haar column over haar liefde voor de horeca.

De Tien Horeca Geboden

Jullie zitten nog geen vijf minuten of je kunt al door de grond zakken van plaatsvervangende schaamte door het gedrag van je tafelgenoot. In deze column van Noreen Kaland tien dingen die je beter niet kunt zeggen of doen in de horeca.