Ik geef sinds kort op vrijwillige basis praktijklessen ‘Horeca’ aan immigranten. We zijn nu bezig met rollenspellen. We proberen zoveel mogelijk interacties te bedenken waar onze cursisten mee te maken kunnen krijgen tijdens hun werk in de bediening. Dit leidde ertoe dat ik zat te mijmeren over welke vreemde ontmoetingen ik gehad heb tijdens mijn werk in de horeca. Gasten die boos op me waren, die me probeerden te versieren, die vreemde verzoeken hadden, me ongewenst betastten. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Ineens herinnerde ik me een voorval van flink wat jaren terug, welke een kant in mij naar boven haalde die zelden tevoorschijn komt: de Superheld.
Ik werkte op dat moment nog maar pas bij een café in Utrecht. Het was zomer, maar een druilerige zondagmiddag. De zaak zat binnen lekker vol met borrelende mensen die spelletjes aan het spelen waren. Ik stond op de vloer aan de voorkant, verantwoordelijk voor alle bestellingen. Toen hij binnenkwam viel hij meteen op, deze man zag er zo anders uit dan onze doorsnee gast.
Hij was onverzorgd. Zijn lange haren zaten door de vettigheid in elkaar geklit als een soort dreadlocks. Hij droeg vieze kleding die te groot voor hem was. Hij was ongeschoren en rook ongewassen. Toch ging hij redelijk zelfverzekerd aan een vrije tafel zitten. Het kwam even in me op om hem te vragen om te vertrekken, maar ik besloot snel dat dat echt geen optie was. Misschien was er een goede reden dat deze man er zo uitzag en had hij prima het geld om bij ons te komen borrelen. Daar mocht ik vooraf niet over oordelen.
Onderbuikgevoel
Drie halve liters blond bier, gecombineerd met een XL bittergarnituur, verdwenen in ongekend tempo in zijn maag. Ik begon me toch wel een beetje zorgen te maken, het onderbuikgevoel verdween niet en werd eigenlijk alleen maar sterker. En met een reden. Toen ik aan de andere kant van waar hij gezeten had bezig was met het afnemen van een tafel, zag ik mijn gast ineens voorbij lopen. Aan de andere kant van het raam. Op het moment dat ik opkeek ving ik zijn blik. Hij schrok, stond even aan de grond genageld, en zette het toen op een lopen.
Wat er op dat moment in mij gebeurde kan ik nog steeds niet verklaren. Het was in ieder geval een veel te intense reactie op het feit dat een rekening van vijfenveertig euro niet betaald werd. Misschien was het de overtuiging dat ik mijn gloednieuwe baas niet wilde teleurstellen, of het gevoel van onrecht dat iemand dacht mij zo te kunnen belazeren. Ik gooide in elk geval mijn portemonnee met een dramatische zwiep over de bar heen en zette de achtervolging in, mijn collega’s verbijsterd achterlatend.
Ik stoof de hoek om en zag hem nog net de andere hoek om verdwijnen. Ik versnelde nog een beetje terwijl ik hem achterna riep dat hij onmiddellijk moest stoppen. Ik ben geen hardloper, maar een dronken persoon met een XL bittergarnituur in zijn maag kan ik wel inhalen. Wat enkele tientallen meters verder dus ook gebeurde. Ik greep hem, voor het zicht van een overdekt terras vol mensen, letterlijk bij de kraag van zijn jas. Zijn ogen liepen over van ongeloof, terwijl ik hem terug naar mijn werk sleurde.
Daar eenmaal aangekomen was hij niet de enige die me verwonderd aankeek. Mijn ogen van mijn floormanager rolden bijna uit hun kassen toen ik aangemarcheerd kwam, mijn vangst achter me aan slepend. Uiteindelijk bleek dat deze man geen enkele mogelijkheid had om te betalen. Hij liet zijn ID-kaart achter met de belofte om geld te gaan halen om te betalen. Die rekening is uiteraard nooit betaald.