Waar ik in mijn vorige column het doorzettingsvermogen en de meegaandheid van onze gasten prees, moet me dit keer toch iets van het hart. De angst dat we met z’n allen moeite zouden hebben om terug te gaan naar het ‘oude normaal’, lijkt op enkele punten in ieder geval ongegrond. Waar de eerste week iedereen begrip had voor de regels, is dat besef in de weken erna exponentieel gedaald.
Laten we even voorop stellen dat als de afgelopen weken iets hebben bewezen, het wel is dat de horeca niet verantwoordelijk is of was voor de meerderheid van de besmettingen. We zijn open, we genieten er met z’n allen van en de besmettingen gaan sneller omlaag dan de neus van Damiano David tijdens het Songfestival. Zo’n gebroken glas moet je ook altijd even van heel dichtbij bestuderen, dat weet iedere horecamedewerker. Anyway, ik weet ook dat het vaccinatieplan hier een grote vinger in de pap heeft, maar toch.
Horeca dicht
De horeca was om te beginnen al niet de plek waar het leeuwendeel van de besmettingen plaatsvond. We waren met zijn allen verantwoordelijk voor slechts 6% in september vorig jaar. Toch moest alles dicht, met als argument de beweging van mensen te beperken. Maar als we in de afgelopen tijd iets hebben gezien is het toch wel dat de horeca juist bijdraagt aan de beperking van die beweging en samenscholing. Waar in maart nog groepen van meer dan 50 studenten katsbezopen in de parken in Utrecht hingen, zie ik nu op de mooie dagen vrijwel lege parken. Iedereen geniet, binnen de regels, op de terrassen van de zon.
Horeca open
Maar dan nu even over die regels hè. Het zijn er nogal wat, dat geef ik toe, maar moeilijk om te onthouden zijn ze niet. En toch lijken gasten ze per abuis te vergeten. Men mocht de afgelopen tijd met maximaal twee personen aan een tafel zitten, tenzij men uit hetzelfde huishouden kwam. Vooral die regel leek voor veel onduidelijkheid te zorgen. Er werd een reservering geplaatst voor meer dan 2 personen, maar op de vraag of iedereen uit hetzelfde huishouden kwam werd of ‘nee’ geantwoord, of een heel aarzelende ‘ja?’. Als ik dan in dat laatste geval uitlegde dat men bij controle zelf ook een boete kon verwachten, veranderde het antwoord vaak als bij toverslag in een ‘nee, laat maar zitten’.
En dat zijn nog de fatsoenlijke gesprekken. Ik heb me al in meerdere situaties bevonden waarin de gast daadwerkelijk kwaad werd. Vaak kwam het argument ‘ja, maar ik kom uit een huishouden en de andere twee ook uit één huishouden. Dan zijn we toch met twee huishoudens’. Wanneer ik uitlegde dat ik dat begreep, maar dat de regels nu eenmaal zijn zoals ze zijn, kreeg ik een ‘dan niet’ toegesnauwd, al dan niet vergezeld door een vernietigende blik. Heel vermoeiend.
Dus, wat ik wil ik hier nu eigenlijk mee bereiken? Een beetje begrip, lieve mensen. Horecaondernemers zijn hard geraakt het afgelopen jaar, op papier is zo’n 76% failliet. Wanneer er daadwerkelijk gecontroleerd wordt krijgt niet alleen de gast een boete. Nee, ook de horecaondernemer kan een boete van €4300,- verwachten en zelfs de tent moeten sluiten.
Wij proberen ons met zijn allen zo goed mogelijk aan de regels te houden om er maar voor te zorgen dat we open mogen blijven. Willen jullie dat dan alsjeblieft ook doen voor ons?