Ongewoon, gek. Zo voelt het soms om naar buiten te gaan. Goede vrienden geef je een ongemakkelijke ‘elleboog’. Aan de gasten van je horecazaak vraag je een gezondheidsverklaring en in de supermarkt word je winkelwagen gepoetst.
Tijdens de eerste weken van de coronaperiode heb ik veel in de voortuin gezeten en bij gebrek aan terras vanaf mijn bankje naar mensen gekeken. Veel passanten liepen om de auto’s heen wanneer ze elkaar dreigden te kruisen op de stoep. Begrip en solidariteit kwam voort uit angst en onwetendheid.
Langzaamaan krijgen we steeds meer vrijheid en lijken we niet meer te stoppen. We willen meer: uitgaan, festivals, beurzen, reizen. Ongeduldig wachten we af. Ook de ondernemers, die inmiddels een groot deel van het spaargeld hebben zien verdampen of zich verder in de schulden moeten steken, wachten af. Dat gevoel van onmacht is vreselijk.
Maandag 1 juni, 12.00 uur. De horeca opent zich weer. “Kom maar op met die gasten!” Nou die waren er! Een paar… Weet je nog toen je eigenlijk ziek was en toch die vriendin een kus op de wang gaf. Gek hè?
De pijn en het verlies van afgelopen maanden maken we niet meer goed, maar misschien waren niet alle gewoontes even goed. Mijn voornemens: relevant blijven, effectiever beleid neerzetten en meer tijd voor leuke dingen maken.
Dit is weer écht ondernemen en met je voeten weer vol in de klei. Net als in het begin toen alles nog niet zo vanzelf ging. Ik voel me weer meer ondernemer dan ooit. Het brandt! De creativiteit en ideeën stapelen zich op. Kansen, vooruitkijken, gas er op!