Egbert Aben (56) heeft nooit een plan uitgestippeld om te komen waar hij nu staat. De weg naar zijn eigen Café de Stad was eerder een samenloop van omstandigheden. Soms namen anderen beslissingen voor hem, dan had hij een schop onder zijn kont nodig, af en toe had hij gewoonweg mazzel, en een aantal keer greep hij zijn kans op het juiste moment.

Tekst & Beeld: Sophie van der Kroon

“Soms moet er iets gebeuren, of moet iemand anders een beslissing voor jou nemen waardoor je een bepaalde richting in gaat. Ik heb nooit geweten wat ik wilde doen. Ik heb nooit echt, vind ik zelf, ergens talent voor gehad. Je hebt mensen met een wiskunde- of talenknobbel, ik heb geen van beiden.” vertelt Egbert Aben. Een man die al achttien jaar lang Café de Stad runt en elk jaar weer diverse festivals en activiteiten organiseert.

Kroegentocht
“Na het behalen van mijn mavodiploma werkte ik een aantal jaar bij Lorjé, een kantoorboekhandel. Daar hebben ze me ooit – godzijdank – ontslagen, anders werkte ik daar denk ik nog steeds. Daarna ben ik drie jaar lang werkloos geweest en heb ik een beetje aangeklooid. Ik kwam bij verzekeringsmaatschappij Amev terecht, waar ik Louis leerde kennen, die inmiddels al dertig jaar lang mijn beste vriend is. We gingen altijd samen stappen. Op donderdag eerst naar Café de Leugen, dat was toentertijd een bruine kroeg aan de Loeff Berchmakerstraat. Daarna naar Toekan (nu Back & Fourth) en we eindigden in de Flitz (nu Stathe). En vrijdagavond was het weer hetzelfde liedje. Op dat moment bedacht ik me dat ik het leuk zou vinden om in de horeca te werken, terwijl ik nog nooit een biertje getapt had.”

Aan de andere kant van de bar
Zijn vriend Louis maakte de voorzet en vroeg bij Café Flitz of ze nog personeel zochten. Egbert kon er aan de slag, maar het duurde niet lang voordat hij de overstap maakte naar Café Marktzicht. Daar ontmoette hij zijn toekomstige compagnon Anton. De toenmalige eigenaar van De Leugen en Marktzicht vond dat Egbert beter bij Café de Leugen paste. “Ik ben toen in mijn stamkroeg gaan werken, en had ik dus ineens geen stamkroeg meer. Als je eenmaal aan de andere kant van de bar staat wordt het café zo anders. Dan is het nooit meer wat het geweest is.”

Na vier jaar bij Café de Leugen vroeg hij onbetaald verlof aan om een zomer lang te knallen bij een strandpaviljoen vlakbij Scheveningen. Daar besefte hij zich dat de horeca misschien wel zijn roeping was. “Als dat zo was moest ik misschien toch kijken of ik ooit voor mezelf kon beginnen, maar dat durfde ik niet alleen. Anton, die ik nog kende van Marktzicht, kwam hier elk weekend draaien en had precies hetzelfde gevoel. Het heeft vervolgens nog vier jaar geduurd voordat we het voor elkaar kregen en het juiste pand hadden gevonden.”

Per toeval bareigenaar
Tien jaar geleden sloeg zijn compagnon een andere weg in en werd Egbert volledig eigenaar van Café de Stad. En daar komen ook de administratieve en andere ‘minder leuke’ taken bij kijken. “Ik organiseer heel veel, in dat opzicht ben ik wel een ondernemer. Maar eigenlijk ben ik ook gewoon een barman die ooit eens een keer toevallig de eigenaar van een kroeg is geworden.”