Tekst: Joris Roovers

Beeld: Indra Jager

De een is al zestien jaar een begrip in de Utrechtse horeca, de ander komt eigenlijk pas net kijken. Ron Okhuijsen (49) en Jelte Müller (25), de ‘ouwe rot’ van restaurant Goesting tegenover de ‘jonge hond’ van Café Joost. Ze praten over ondernemen, nieuwsgierig blijven en Louis van Gaal.

Ron: “Ik zag dat je naast café-eigenaar, ook salesmanager bent, én werkt voor een circus? Volgens mij kan dat niet allemaal tegelijk.”
Jelte: “Ja, toch is het zo. Ik ben overal een beetje ingerold.”
Ron: “Maar je kan toch niet een beetje ondernemen?”

Jelte: ”Nou, ik ben 100% ondernemer, maar wel in verschillende dingen. Als ik iets leuks vind, dan vlieg ik er gewoon volledig in. Zo ook met Café Joost. Ik zat daar regelmatig aan de bar fluitjes te drinken en te filosoferen van ‘stel je nou voor, dat dit ooit eens te koop zou komen te staan…’. Dat moment kwam en toen dacht ik; nu moet ik wel. Ik wist eigenlijk niks van ondernemen, dus ik ging langs bij andere zaken met vragen, maar dat ging heel stug. Heel geheimzinnig. En dan denk ik, waarom zou je daar niet wat meer open over zijn? We moeten elkaar toch een beetje helpen in de stad?”

Ron: “Als je een gemiddelde horecaondernemer vraagt hoe het gaat, dan hebben ze het altijd druk, druk, druk. Vaak is het ook gelul, en is het meer een pose. Wees nou eens eerlijk tegen elkaar. Ik vind het is nog steeds een hele moeilijke branche, het is af en toe net koorddansen. Ik wil daarover lullen met anderen. Kijken waar zij tegenaanlopen.”

Jelte: “Wat kan ik de komende tijd verwachten?”

Ron: “De nieuwigheid gaat ervan af. Die houd je nooit vast, dat geeft ook niet, maar daar moet iets anders voor in de plaats komen. Dat maakt je heel erg onrustig, en dan wil je ineens allerlei nieuwe dingen verzinnen. Maar het zit hem niet per se in nieuwe dingen. Wat dan wel, daar moet je achter zien te komen.”

Jelte: “Hoe belangrijk is voor jou een concept?”

Ron: “Concept, concept. Een idee is belangrijk. Wat ons uniek maakt is afhankelijk van misschien wel 1.234 factoren. Maar het idee is dat we met een Frans-Belgische keuken en oprecht gastheerschap mensen een leuke avond willen geven. Mijn gasten komen met lege handen binnen en gaan met lege handen de deur uit. Maar wat gebeurt daar tussenin? Wat zorgt ervoor dat ze hun vrienden opbellen en zeggen, hier moet je naar toe. Dat is de magie van ons vak.”

Jelte: “Ja, mond-tot-mondreclame is het allerbelangrijkst. We verkopen toch een stukje gezelligheid.”

Ron: “Precies. Je moet onder het hersenpannetje komen bij de mensen. Én er iedere keer weer voor knokken. De rustigste avonden zijn eigenlijk het belangrijkste, want ook op die momenten moet je het de gasten naar hun zin kunnen maken. Dan kun je bijvoorbeeld niet ineens de helft van je personeel wegsturen. Louis van Gaal zei ooit: ‘Dit is de beste wedstrijd van het seizoen’, terwijl hij met AZ dik had verloren van ADO Den Haag. Maar hij had dingen geleerd. Het is misschien een rare vergelijking, maar ik leer het meest van rustige avonden.”

Jelte: “Kijk jij veel naar andere zaken?”

Ron: “Ik heb het heel veel gedaan. Maar ik doe het nu wel minder. Misschien dat ik daarom soms een beetje achter de feiten aanloop op vakinhoudelijke dingen. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben geen hip, trendy bedrijf, maar ik wil wel meebewegen. En daarvoor ga ik dan te weinig ‘op café’, zoals de Belgen dat noemen. Bovendien gaat het waanzinnig rap.”

Jelte: “Ik denk dat onze generatie heel erg openstaat voor nieuwe dingen. We gaan overal rondkijken. We zijn echt op zoek naar nieuwe zaken, drankjes en hapjes. Daarom ga ik elke woensdag samen met een vriend naar een café dat we nog niet kennen. Je moet nieuwsgierig blijven.”

Ron: “Hé, dat is een leuk idee. Dus ik kom zeker een keer bij je langs en dan ga ik gewoon zitten en kijken. Wat bestellen jouw gasten? Daar kan ik heel veel van leren. Daar krijg je nieuwe energie en ideeën van. Ik ben benieuwd of je over vijf jaar misschien wel vier Café Joost’s hebt. Ik zou dat niet kunnen, daar ligt niet mijn talent. Ik ben heel gelukkig met deze zaak, het is de kunst van het tevreden zijn.”

Jelte: “Ja, die kunst, die moet ik nog leren haha.”